Een goede website is tegenwoordig essentieel. In een vorig blogartikel beschreef ik al eens de criteria waaraan een website volgens mij moet voldoen. Deze keer ga ik de vergelijking maken tussen een website en een etalage van een winkel in de Kalverstraat.
De Kalverstraat in Amsterdam is een aaneenschakeling van winkels en een groot deel daarvan verkoopt vergelijkbare producten. Stel, Annemieke gaat een dagje shoppen in onze hoofdstad en ze loopt vanaf de Dam de Kalverstraat in. Eigenlijk heeft ze niet echt iets nodig, maar het kriebelt om iets te kopen, een zomerjurkje bijvoorbeeld of een paar sneakers. Hoe loopt ze dan door deze drukke winkelstraat? Stapt ze zomaar winkels binnen die voor haar onbekend zijn? Of moet er eerst iets zijn dat haar aandacht trekt? Bijvoorbeeld een mooie etalage met een fleurig jurkje?
Precies!
Als retailer verlicht je je etalage toch goed zodat voorbijgangers stoppen, kijken en je winkel binnengaan?
Er zijn maar bar weinig mensen die lukraak winkel in, winkel uit lopen om rek voor rek te kijken of er iets voor hen bij hangt. De beslissing of iets een leuke winkel is wordt in een fractie van seconden genomen. Ik noem dit wel eens de 3-12 regel.
Je hebt slechts 3-12 seconden de tijd om een goede indruk te maken op je prospect.
Iemand beslist binnen 3 seconden of de etalage interessant genoeg is om naar binnen te gaan. Hierna wil diezelfde persoon binnen 12 seconden ook echt het gevoel hebben dat dit een goede winkel is. Zo niet, dan draait zij/hij zich om en loopt direct weer naar buiten.
Online gaat dit precies zo.
Stel, Karin zit achter de laptop en heeft zin om een zomerjurkje te kopen. Ze weet alleen nog niet precies wat voor jurkje en waar. In marketingtermen: ze zit nog in de see- of think-fase van de customer journey. Grote kans dat Karin gaat zoeken via Google afbeeldingen of een vraag stelt aan Google, bijvoorbeeld ‘gekleurde vrolijke zomerjurk kopen’. Vervolgens geeft Google een aantal opties waar Karin deze jurk kan bekijken of kopen. Ze ziet eerst een aantal shoppingresultaten (de betaalde advertenties) en daarna een aantal seo-resultaten (zoekmachine geoptimaliseerde websites die organisch goed gevonden worden). Als Karin vervolgens Zalando aanklikt en nadat de website tevoorschijn komt, denkt ‘oh nee, dit is toch niet wat ik zocht’ en vervolgens weer wegklikt, dan noemen we dat een bounce. Dit is hetzelfde als de slecht verlichte etalage met voor deze klant net niet de juiste producten. Het zou ook kunnen dat Karin op de Zalando-link klikt, allemaal prachtige jurken ziet, hierop doorklikt en zelfs een jurk bestelt. Dan komt dat overeen met een goed verlichte etalage en een overzichtelijke winkel waar je precies vindt wat je zoekt.
De moraal van dit verhaal?
Bestudeer je websitestatistieken eens goed. En kijk vervolgens of je een hoog bouncepercentage hebt (of niet, kijk dan hoe het gaat met het behalen van je doelen). Is dit percentage aan de hoge kant (>50%), dan is het aan te raden om ‘met de ogen van je klant’ naar je landingspagina te kijken en deze vervolgens aan te passen.
Heb je hier advies bij nodig? Ik help je graag. Neem contact met me op voor een gratis marketinggesprek. Of vraag een QuickScan aan van je online aanwezigheid.
En heb je hulp nodig met de verlichting van je etalage (omdat er te weinig klanten je fysieke winkel binnenlopen) of met de verlichting in je winkel (omdat te veel mensen zonder iets te kopen je winkel weer verlaten)? Neem dan contact op met Jeroen Workum van Holland Lamp. Hij is een echte verlichtingsexpert en helpt je graag verder.
Veel succes met het verlagen van je bouncepercentage.